Is jouw kind 5, 6 of 7 jaar? Leg nu de basis voor later
Samen praten over geld
De manier waarop je zelf omgaat met geld, heeft veel invloed op je kind. Belangrijk dus om een positief voorbeeld te geven. Wees altijd eerlijk. Je hoeft niet te vertellen hoeveel je verdient, maar leg wel uit dat geld niet zomaar uit de geldautomaat komt en dat je keuzes moet maken. Dit kan gewoon tijdens alledaagse momenten. Neem je kind bijvoorbeeld een keer mee met boodschappen doen.
Geld op? Hoezo?
Kinderen vinden het gek als je zegt dat ‘het geld op is’. Logisch: in hun ogen komt het na een paar keer klikken gewoon uit de muur rollen. Leg daarom liever uit waaróm je iets niet wilt kopen – bijvoorbeeld omdat je het geld ergens anders voor wilt gebruiken, of omdat de spullen niet nodig zijn.
Tijd voor zakgeld
Vanaf deze leeftijd kun je beginnen met zakgeld geven. Kinderen van 5 jaar krijgen gemiddeld €0,50 per week, kinderen van 6 en 7 jaar €1 tot €2. Tip: gebruik de ene keer muntjes van €1 of €0,50 en de andere keer muntjes van €0,10 of €0,20. Zo leert je kind spelenderwijs geld tellen.
Maak het officieel
Wat is er nou cooler dan een echt zakgeldcontract? Hierin staat hoeveel geld je kind krijgt, op welke manier en waaraan je kind het wel en niet mag uitgeven. De handtekening maakt het pas écht officieel.
Sparen voor speelgoed
Kinderen die al van jongs af aan sparen, kunnen dat later ook beter. Ze leren om te plannen, en weten dat ze langer moeten wachten tot ze een grote uitgave kunnen doen. Tijd dus voor een eigen spaarpot, bijvoorbeeld de muntenteller van RegioBank. Bedenk samen een leuk spaardoel. Begin klein, zodat het doel snel gehaald is. Vanaf een jaar of 6 kan je kind (mee)sparen voor een poppenhuis of spelletje.